Regels voor kleine zonnevelden voor eigen gebruik

0
Foto ter illustratie (bron: freepik.com/AI gegenereerd)

LOCHEM/GORSSEL – Steeds meer mensen willen zelf energie opwekken via zonnepanelen. Voor zo ver het gaat om kleine zonnevelden op eigen grond, zijn hiervoor regels opgesteld. Het Lochemse college van B&W heeft het beleidskader kleinschalige zonne-energie vastgesteld. De gemeente moedigt kleinschalige opwek van zonne-energie voor eigen en collectief gebruik aan, maar verlaagt het maximaal toegestane aantal hectares van 4 naar 2.

De nieuwe regels vervangen een eerdere versie uit 2022. Een van de belangrijkste verbeteringen is de toegankelijkheid. Door middel van een online tool krijgt de aanvrager eenvoudig toegang tot de regels. De gemeente werkt nog aan deze online interactieve kaart. Deze komt in februari beschikbaar op de gemeentelijke website. Inwoners kunnen daarop snel zien waar zonneprojecten mogelijk zijn.

2 hectare

Volgens het nieuwe beleid mogen inwoners maximaal 2 hectare oppervlakte zonnepanelen plaatsen. Tot nu toe gold 4 hectare als maximum. Volgens de gemeente hebben inwoners(-collectieven) en lokale ondernemers dan nog steeds voldoende mogelijkheden om hun eigen energieverbruik te verduurzamen. Wethouder duurzaamheid Lex de Goede: “Het is belangrijk dat inwoners kunnen voorzien in hun eigen energiebehoefte. Met deze regels bieden we duidelijkheid over wat er kan en mag. Daarmee moedigen we kleinschalige zonne-initiatieven aan. Ook blijven we als gemeente met het nieuwe beleid
voldoen aan de veranderde wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld de Omgevingswet.”

Twee smaken

Het nieuwe beleidskader kent twee smaken:

1. Kleinschalige particuliere zonne-installaties (tot 500 m2) in veldopstelling gericht op eigen gebruik en op eigen terrein.

2. Kleinschalige collectieve zonneparken (tot 2 hectare).

Met de komst van de Omgevingswet op 1 januari verschoof de aanpak van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’. Dit betekent dat kleinschalige zonne-initiatieven moeten voldoen aan de voorwaarden in het beleidskader. Korte procedures zijn het uitgangspunt. De landelijke zonneladder geldt als vertrekpunt. Die ladder geeft de volgorde van voorkeur aan voor plaatsing van zonnepanelen. Zon op dak heeft de voorkeur.

Uitleggen

Wie een zonneveld wil plaatsen, moet dus eerst uitleggen waarom de panelen niet op dak of gevel passen. Pas daarna wordt stap voor stap gekeken naar andere plaatsingsmogelijkheden. Ook participatie van omwonenden is een belangrijk onderdeel van de procedure. Initiatiefnemers moeten omwonenden in een vroeg stadium op de hoogte stellen.

Het beleid legt een sterke nadruk op landschappelijke inpassing bij zonne-initiatieven. Een goede landschappelijke inpassing van de panelen heeft minder invloed op de omgeving, zo is de redenering. Ook biedt het kansen om het landschap voor altijd te versterken.