Het lukt Lochem maar niet om werk te maken van tiny houses

0
Zo zou een tiny village er uit kunnen zien (bron: wildewoonweide.nl)

LOCHEM/GORRSEL – Het wil nog niet erg vlotten met het vinden van een stukje grond voor een pilot met een ‘tiny village’, een verzameling van tiny houses. Dit ondanks een in mei door de voltallige gemeenteraad aangenomen motie die het college van B&W opdroeg om voor 1 augustus een locatie aan te wijzen. En met de initiatiefnemers in gesprek te gaan. Die initiatiefnemers, van de Stichting Wilde Woonweide, stellen dat ze sindsdien zijn gepasseerd. Ze hebben nu zelf een uitnodiging voor een gesprek naar de gemeente gestuurd.

Tiny houses zijn een druppel op een gloeiende plaat als het gaat om verlichting van de heersende woningnood, maar elke druppel is er momenteel wel degelijk eentje, zo oordeelde de raad. Ten tijde van de motie waren twee locaties van particuliere grondbezitters in beeld. De locatie Diekman in Epse en de locatie Gorssel Noordoost. In Epse zijn de eigenaren in overleg met een projectontwikkelaar die er woningbouw wil realiseren. Op de locatie in Gorssel heeft de gemeente een voorkeursrecht gevestigd, zodat de eigenaar de grond in eerste instantie aan de gemeente moet aanbieden. Dat geeft juridische complicaties.

Harfsen

De Stichting Wilde Woonweide stelt dat de omstandigheden in Epse en Gorssel al bekend waren toen de motie werd aangenomen. Zelf hadden de initiatiefnemers dan ook geen contact met de betrokken eigenaren. Contact is er al geruime tijd wél met de eigenaar van een stuk grond bij Harfsen. Deze heeft zich vorige week schriftelijk tot B&W gewend. In een brief geeft hij expliciet aan te willen meewerken aan een pilot met een tiny village.

In de brief is te lezen dat de gemeente het aanbod heeft afgewezen omdat het ongeveer 700 meter buiten de bebouwde kom bevindt. De kernvisies Wonen van de gemeente gaan inderdaad over ontwikkelingen in de kernen, maar de gemeenteraad heeft regelmatig via andere moties aangedrongen op een creatieve en flexibele houding als het gaat om experimenten met alternatieve woonvormen. Een pilot hoeft bovendien niet te leiden tot een definitieve locatie. Als het gaat om bestemming van de grond lijkt een tijdelijke ontheffing een haalbare optie.

Infrastructuur

De pilot is, wat de initiatiefnemers betreft, mede bedoeld om een klimaatneutraal en natuurinclusief woonproject te beproeven. De bij woonwijken gebruikelijke infrastructuur hoeft niet te worden aangelegd. Er is hooguit een aggregaat nodig voor extreme winterse omstandigheden waarbij de zelfvoorzienendheid mogelijk korte tijd in gevaar komt. In het ideale geval worden tijdens een pilot ook permacultuur, voedselbossen en verbetering van biodiversiteit beproefd. Dat is in een woonkern lastiger te realiseren dan in het buitengebied. Er is 0,5 tot 1 hectare grond nodig voor zo’n 10 kleine huisjes.

Op recente vragen van D66 gaf het college al aan dat de in de motie van mei opgenomen datum van 1 augustus onhaalbaar was. In de beantwoording gaven B&W aan in contact te zijn met de Stichting Wilde Woonweide, maar dit wordt dus door de betrokkenen ontkent. En in antwoord op vragen van de redactie stelt het college verder dat het de initiatiefnemers tot op heden niet gelukt is om zelf een locatie te vinden. Gezien de genoemde locatie in Harfsen is dit dus onjuist.

Didam Arrest

Het college stelt verder dat het op basis van het zogeheten ‘Didam Arrest’ niet mogelijk is om de Wilde Woonweide voorrang te geven op gemeentelijke grondposities. Dan gaat het om grond voor woningbouw dat al in bezit is van de gemeente of waar de Wet Voorkeursrecht Gemeente van toepassing is. Dit geldt ook voor huur- of pachtconstructies maar niet bij particuliere grond. Er zouden zich bovendien nog andere groepen met bijzondere woonwensen hebben gemeld, uit andere delen van het land.

Het college zegt nog met twee andere eigenaren in gesprek te zijn, zonder namen te noemen. Een pilot op gemeentelijke grond, die niet is aangewezen voor woningbouw, stuit op terughoudendheid. “Het doet geen recht aan het gelopen proces voor de kernvisies wonen. Het aanwijzen van een locatie vraagt een zorgvuldig participatieproces met de omwonenden.”

Permanent

Het college ziet op dit moment de plaatsing van tiny houses op een aangewezen woningbouwlocatie als het meest kansrijk. Dan kan het meelopen in de planontwikkeling, de ruimtelijke procedures en het participatieproces voor een nieuwe wijk. Dan zijn ook tiny houses met een fundering mogelijk, wat de weg naaf hypothecaire financiering opent. Bovendien gaat het dan om een permanente locatie en vervalt de dreiging dat de zaak na maximaal 10 jaar ontruimd moet worden. Nadeel is dat de procedures nog vrij veel tijd in beslag nemen.

De Stichting Wilde Woonweide wil met de beoogde pilot duidelijk meer beproeven dan slechts wonen in kleine, verplaatsbare huisjes. Het streven naar landschappelijke inpassing en ecologische doelem lijken in tegenspraak met wat het college nu als meest haalbare optie schetst. De stichtging heeft nu dan ook zelf maar een uitnodiging voor een gesprek de deur uit gedaan, aan het adres van wethouder Marja Eggink en een beleidsadviseur wonen van de gemeente.