Erfgoedvereniging Heemschut bezorgd om monumentenbeleid Lochem

0
De Bloemenkamp in Gorssel (archieffoto: Niek Hidding)

LOCHEM/GORSSEL – De Gelderse commissie van Erfgoedvereniging Heemschut maakt zich zorgen over de uitvoering van het monumentenbeleid van het college van B&W van de gemeente Lochem. In een brief aan de gemeenteraad somt de vereniging een aantal panden op die ter bescherming zijn voorgedragen. Dit leidde steeds tot een afwijzing van de gemeente. Het gaat onder meer om de Bloemenkamp in Gorssel, De Pessink in Epse en de boerderij Nijkampsweg 7 in Lochem.

Aanleiding voor de brief van Heemschut zijn schriftelijke vragen de fractie van GroenLinks over het afwijzen van de monumentenstatus van de Bloemenkamp in
Gorssel en Nijkampsweg 7 in Lochem. Uit het antwoord van het college van B&W komt naar voren dat de wens van de eigenaar vaak een grote rol speelt bij de beoordeling door de gemeente. Eigenaren zijn lang niet altijd blij met de monumentenstatus omdat dit verplichtingen – en vaak ook kosten – met zich meebrengt.

Belangen

Soms hebben eigenaren commerciële belangen, bijvoorbeeld als sloop en vervangende nieuwbouw veel geld kan opleveren. Heemschut wijst verder op het feit dat het Lochemse college zich in sommige gevallen beroept op het feit dat aan de eigenaar vergaande toezeggingen zijn gedaan of dat de eigenaar niet kan instemmen met een plaatsing op de monumentenlijst, zonder verdere inhoudelijke motivatie.

Heemschut zag verzoeken om plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst afgewezen worden voor De Pessink en De Hermitage in Epse, molenromp Reudink, de
boerderij Nijkampsweg 7 en wooncomplex de Bloemenkamp in Gorssel. Overigens is de molenromp van Reudink na eerdere afwijzing inmiddels wél op de lijst geplaatst. Dit overigens op verzoek en op aandringen van de eigenaar.

Pessink

‘De afwijzing van het college is vaak gebaseerd op onduidelijke gronden en een zeer summiere motivatie. Het college geeft aan dat er bijvoorbeeld in het geval De Pessink wel wordt gewerkt aan het borgen van de bescherming door middel van het bestemmingsplan maar dat dit tijd kost’, schrijft Heemschut. Het college neemt daarbij op de koop toe dat in de tussentijd sloop of ongewenste veranderingen een streep door de rekening kunnen zetten.

Heemschut kan bezwaar maken tegen afwijzingen van de gemeente maar voelt daar niet veel voor omdat het niet verwikkeld wil raken in langdurige juridische procedures. De energie wordt liever gestoken in actoren die een rol spelen bij het behoud van erfgoed. De gemeenteraad is één van die actoren.

Niet beschermd

Al ruim 10 jaar geleden startte Lochem het project ‘Herijking gemeentelijke monumentenlijst’ met als doel een redengevende beschrijving en waardering van hiervoor in aanmerking komende panden. Dit project is vroegtijdig stilgezet. Volgens Heemschut betekent dit ‘dat veel panden, die wel monumentwaardig, zijn dan wel een planologische bescherming verdienen, nu niet beschermd zijn met alle gevolgen van dien’.

De vereniging wijst de gemeenteraad erop dat in de ‘Erfgoedvisie Gemeente Lochem 2020-2030’ is opgenomen dat de cultuurhistorische waarden, zoals geïnventariseerd in de cultuurhistorische waardenkaart, robuust verankerd en beschermd moeten worden in de ruimtelijke ordening. ‘Dit is een uitstekende doelstelling maar deze moet wel concreet gemaakt worden in de uitvoeringspraktijk’, zo luidt het oordeel. Bijna alle objecten die Heemschut heeft aangedragen voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst staan op die cultuurhistorische waardenkaart.

Waardenkaart

Het belang dat het college lijkt te hechten aan de mening van de eigenaar van een object is in tegenspraak met wat de genoemde waardenkaart beoogt, waaronder behoud en randvoorwaarden. Volgens Heemschut wijkt het college vaak af van de intenties van de gemeenteraad bij de vaststelling van de erfgoedvisie. Er wordt een beroep gedaan op de contolerende taak van de gemeenteraad om erop toe te zien dat het college de adviezen van de monumentencommissie zwaar laat wegen in de integrale afweging.

Bij de beantwoording van de vragen van GroenLinks geeft het college volmondig toe een groot belang te hechten aan de mening van eigenaren. Slechts bij een ‘uitzonderlijk algemeen belang’ wordt overgegaan tot eenzijdige aanwijzing tot monument. Of positieve adviezen van monumentencommissie en/of Heemschut al dan niet onderdeel zijn van het algemeen belang, blijft in het midden.

GroenLinks

Namens GroenLinks laat Arda van den Brink weten dat het college vaak bijzondere overwegingen heeft bij afwijzing van de monumentenstatus. Zoals bij de Bloemenkamp in Gorssel ‘de positieve grondhouding ten aanzien van nieuwbouw’ en het niet rendabel zijn van behoud en renovatie. Onderzoeken zouden in de beslotenheid zijn uitgevoerd en overleg met de aanvragers of de erfgoedcommissie ontbrak. “Hier wreekt zich ook dat de eigenaar alleen maar onderzoek doet gericht op de eigen beoogde bestemming”, aldus Van den Brink.

“Waarom wordt het gebouw niet als uitgangspunt gehanteerd en zoek je naar een bestemming die wél met behoud van (delen van) het gebouw gerealiseerd kan worden? Waar is de creativiteit van de eigenaar én de ambitie van de gemeente? Daar zou ik de oplossing willen zoeken: ga de uitdaging aan, met professionals en in de openbaarheid. Zoek de doorwaadbare plaats.”

Agenderen

GroenLinks wil de brief van Heemschut op de agenda van de gemeenteraad zetten. Om de kennis van de raadsleden over erfgoed en erfgoedbeleid te vergroten zou een masterclass een idee zijn, zo vindt de fractie. Dit ook gezien de relatie met de volop in ontwikkeling zijnde Omgevingsvisie.