75 jaar Vrijheid: Jonge Frits Gies was de Duitsers te slim af

0
Vier van de vijf van de in huize Gies ingekwartierde Duitsers in 1944. Ze waren in dienst van de Wehrmacht, maar fel anti-nazi. Van links naar rechts: baron Carl Georg von Pachelbel-Gerhard, dr. Schmidt Hertzberg, Fritz Kleinecke (met Frits' broertje Hans op de arm) en Walter Christmann. Op de voorgrond zus Anneke en Frits Gies. Op de foto ontbreekt graaf Arnold von Keyserling (Foto: collectie Frits Gies)

(dit artikel verscheen eerder in de Bevrijdingskrant Lochem)
ALMEN – Het verhaal van Frits Gies (89) is bij velen al bekend door het autobiografische boek ‘Bist du ein Jude’. Een gesprek met de in Almen woonachtige Gies staat bol van de anekdotes en verhalen. Soms huiveringwekkend maar vaak ook om te lachen. De Duitsers in de maling nemen was een favoriete bezigheid van de nog jonge Frits en zijn vader.

Door Henri Bruntink. Artikel in het kader van 75 Jaar Vrijheid. Lochem werd op 2 april 1945 bevrijd

Frits was 10 jaar toen de oorlog uitbrak. Hij woonde destijds in Zutphen. Al voor de oorlog hielpen zijn grootvader en vader al joden uit Duitsland vluchten. Gies moet niet veel hebben van het bekende ‘wir haben es nicht gewusst’. Hij zegt: “Het was volstrekt duidelijk wat Hitler wilde met de joden. Zijn ophitsende toespraken met woorden als ‘ausradieren’ spraken voor zich. Het was een angstcultuur die niemand kan zijn ontgaan.”

Omgekocht

Zijn vader was een specialist in het vervalsen van papieren. Daarmee maakte hij menig jood tot ariër. Daarnaast werd waar mogelijk gebruik gemaakt van de omkoopbaarheid van mensen. Zo werd de secretaresse van Aus der Fünten – verantwoordelijk voor de deportaties in Nederland – met een gouden slavenarmband ertoe gebracht om een doorslaggevende draai te geven aan het lot van mensen.

Firts Gies herinnert zich verder: “Er werd een professor omgekocht die joodse dan wel arische kenmerken bij mensen moest vaststellen. Daarom kwam in de rapportage over mijn oma ‘typisch arische kenmerken’ te staan. Ze hoefde daardoor geen ster te dragen. Het gezin Gies werd overigens beschouwd als een gemengd huwelijk waardoor ze lange tijd buiten schot van de Duitsers bleven.

Val dood!

Vader Gies was juridisch adviseur in dienst van het Nederlands Verbond van vakverenigingen (NVV), een voorloper van de huidige FNV. Toen het werkgevers werd verboden om nog langer joden in dienst te hebben, werd Gies bij de baas ontboden. Hij kreeg een ‘aanbod’ om te blijven werken als hij zich zou afkeren van zijn joodse familie en wortels. Het antwoord: ‘Val dood!’ Vanaf dat moment was hij handelaar in scheermesjes.

Sinds zijn grootvader uit Indië terugkeerde, waar hij vocht voor het KNIL, kleurde huize Gies rood. “We werden een rood nest”, zegt Frits. Politiek werd een belangrijk onderdeel van het leven. Opa was onder meer Statenlid en vader raadslid. Frits zelf had ook aspiraties om gemeenteraadslid namens de PvdA te worden, maar werd naar eigen zeggen tegengewerkt door de raadfractie, die zelf ook de commissie vormde die de groslijst voor de verkiezingen moet samenstellen. Dit leidde tot een onverkiesbare plaats.

Slimheid

Uit de verhalen van Frits Gies over de oorlog blijkt dat het verzet tegen de Duitsers niet was gebaseerd op geweld maar op slimheid. Met vaak prachtige stukjes ‘toneel’ en de nodige branie bereikten ze hun doel. Zo bezat de jonge Frits een namaak uniform van de Hitlerjugend.

En zijn vader schroomde niet om plaats te nemen in een treincoupé waar ‘Nur für Wehrmachtpersonal’ op stond. Als daar al Duitse militairen zaten klakte Gies de hakken tegen elkaar, strekte zijn arm uit en riep: ‘Heil Hitler’. Het kwam niet in de Duitsers op dat ze te maken hadden met een Jood.

Een zomerhuis van de familie in de bossen tussen Warnsveld en Vorden deed dienst als
onderduikadres. Dat huis is nu in delen opgeslagen bij het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Het was een schenking en Frits hoopt dat het daar ooit weer wordt opgebouwd.

Goed en fout

Frits Gies maakte in zijn leven steeds weer dingen mee waaruit blijkt dat goed en fout lang niet altijd te maken heeft met aan welke kant je staat. Haat jegens Duitsers in het algemeen kent hij dan ook niet. Al vrij snel na de oorlog werkte hij deels over de grens. Ook woont hij jaarlijks een herdenking bij in Kleve.

Aan het einde van de oorlog gaf de familie Gies onderdak aan een aantal Duitse militairen die niets moesten hebben van het nationaal-socialisme en slechts in het leger dienden omdat dit geen kwestie van vrije keuze was. Een van deze Duitsers was een kleinzoon van Bismarck en heette Arnold Graf von Keyserling. Toen hij onderdak vroeg zei moeder Gies: “Als mens bent u welkom, maar niet als Duitse soldaat.”

Spoorloos

Uit dankbaarheid regelden Keyserling en zijn kameraden aardappelen en kolen bij hun legeronderdeel en schonken dat aan de familie Gies. Vijftig jaar na de oorlog ontmoette Frits deze Arnold von Keyserling opnieuw. Die ontmoeting was destijds te zien in het televisieprogramma ‘Spoorloos’. Het voorgesprek werd gedaan door Debbie Petter, de latere nieuwslezeres bij het NOS Journaal en echtgenote van Youp van ‘t Hek.

Er waren banden tussen de familie van Frits Gies en die van Anne Frank. Frits was er ooit op bezoek en in zijn boek schrijft hij dat het geen onverdeeld genoegen was: ‘Het bleek net zo’n kattenkop als mijn zuster Anneke.’

Boek

Het wereldberoemde boek van Anne Frank heeft hij nooit gelezen, op één toevallig opgeslagen pagina na. Daar staat: ‘Eens zal deze verschrikkelijke oorlog toch wel aflopen.
Eens zullen we toch weer mensen zijn en niet alleen Joden.’ Frits Gies zegt dat deze regels de aanzet waren tot het schrijven van zijn eigen boek.

Dat boek heet ‘Bist du ein Jude” en is uitgegeven door Walburg Pers Zutphen (ISBN: 9789462492707).