Stolperstein in Harfsen voor Hendrik Gerrit Strookappe

0
De stolperstein voor Hendrik Gerrit Strookappe aan de Emsbroekweg in Harfsen (foto: Stichting Stolpersteine Lochem)

HARFSEN – Bij de Emsbroekweg 4 in Harfsen is woensdaG (17/5) een stolperstein gelegd ter nagedachtenis aan Hendrik Gerrit Strookappe die op op 30 maart 1045, op slechts 21-jarige leeftijd, bezweek aan ondervoeding en oedeem in kamp Kahla bij Eichenberg. Bij de plechtigheid waren enkele tientallen mensen aanwezig. De plechtigheid werd georganiseerd door de Stichting Stolpersteine Lochem.

De jonge Hendrik Gerrit ging na de lagere school aan het werk als boerenknecht in Eefde, Bathmen en Geesteren. Hij hielp ook op de Strookappe-boerderij in Harfsen. Hij de Tweede Wereldoorlog werd hij door de Duitsers gesommeerd aan het werk te gaan in Duitsland. Dat deed hij, als knecht van een Duitse boer. Tijdens een verlof besloot hij daar niet terug te keren. Hij dook onder en ging werken voor boer Ter Meulen aan de Deventerweg in Laren.

Verraden

Op 11 maart 1944 werd hij aangehouden door de Landwacht, vermoedelijk omdat hij was verraden door de Larense Weerbaarheidsafdeling (WA), een onderdeel van de NSB. Boer Ter Meulen voelde zich zo bedreigd dat hij de schuilplaats van Hendrik prijsgaf. Deze sliep in een schuur in een nog niet gebruikte giertank. De boer tipte moeder van Hendrik, die toen nog in Lochem werd vastgehouden. Zij bracht haar zoon een koffer met eten en kleding.

Hendrik werd via Arnhem overgebracht naar Kamp Amersfoort waar meer zogeheten werkweigeraars en contractbrekers gevangen zaten. Hij verbleef hier een week en werd op 18 april 1944, samen met 496 andere Nederlandse gevangenen, naar concentratiekamp Buchenwald vervoerd. Hij werd bestempeld als politieke gevangene, wat tot uiting werd gebracht via een rode driehoek op zijn kleding.

Vliegtuigfabriek

Op 5 juni 1944 werd Hendrik overgebracht naar het subkamp Tröglitz om te werken in een bruinkoolgroeve. Op 11 november van dat jaar keerde hij terug naar Buchenwald om twee later te worden verplaatst naar Weimar en kort daarna naar Kamp Eichenberg (Kamp E) bij de stad Kahla. Hij moest daar helpen bij de bouw van een ondergrondse vliegtuigfabriek. Het kamo werd bewaakt door SS’ers en de gevangenen werd slecht behandeld.

Kamp E werd op 12 april 1945 bevrijd door de Amerikanen. Hendrik maakte dit niet meer mee. Hij overleed nog geen twee weken daarvoor – op 30 maart – aan de gevolgen van oedeem en uitputting. Hij ligt vrijwel zeker begraven in een massagraf in Kahla in de Duitse deelstaat Thüringen. Daar bevindt zich een monument. De naam van Hendrik Strookappe wordt daar vermeld op een informatiebord. Zijn familie in Harfsen werd pas maanden later geïnformeerd over de dood van Hendrik en plaatste op 23 juni 1945 een overlijdensbericht in de krant.

Brochure

Erwin Strookappe beschreef het verhaal vaan zijn oom dat is opgenomen in een brochure van de Stichting Stolpersteine Lochem, dat bij de steenlegging in Harfsen is uitgedeeld. In de tekst van de struikelsteen zijn enkele foutjes geslopen. Die worden nog hersteld.

Het verraad van Hendrik in Laren is ook beschreven in het boek “Klein Nederland – De oorlog in een Gelders dorp” van Jan Braakman. En veel informatie over de boerderij Strookappe en de mensen die er woonden is te vinden op strookappe.nl.

Hieronder de letterlijk tekst uit de brochure:

Hendrik Gerrit Strookappe (21 jaar),
Bezweken aan ondervoeding en oedeem in
kamp Eichenberg bij Kahla op 30 maart 1945

Emsbroekweg 4 Harfsen

Hendrik Gerrit werd geboren op 23 augustus 1923. Hij is vernoemd naar opa Hendrik Gerrit Stoelhorst en zijn roepnaam werd Hendrik. Na de lagere school ging Hendrik werken voor o.a. Gerrit Regelink op boerderij Menkveld in Eefde, daarna bij een boer in Bathmen (van juni tot augustus 1941) en bij een boer in Geesteren, maar hij hielp ook op de
Strookappe boerderij.

Nederland was ondertussen bezet door de Duitsers en zij sommeerden Hendrik, als enige van de mannelijke kinderen, te gaan werken in Duitsland wat hij deed bij een Duitse boer. Tijdens een verlof besloot Hendrik niet terug te keren naar Duitsland, dook onder en ging werken voor boer Hendrik Johan ter Meulen aan de Deventerweg in Laren waar hij ‘s nachts sliep in een nieuwe giertank in een schuur.

Op 11 maart 1944 kwam de landwacht, waarschijnlijk getipt door de Larense WA, huiszoeking doen bij boer Ter Meulen die zich zo bedreigd voelde dat hij de schuilplaats van Hendrik aangaf die daarop ruw uit zijn slaap werd gewekt. De boer ontliep arrestatie door een stuk spek mee te geven aan de controleurs. De volgende dag waarschuwde hij moeder
Heintje die erachter kwam dat Hendrik dan nog in Lochem was. Zij bracht hem een koffer met eten en kleren.

Hendrik werd vanuit Lochem eerst overgebracht naar Arnhem en daarna naar Kamp Amersfoort waar meer zgn. werkweigeraars en contractbrekers gevangen zaten. Hier heeft hij een week gezeten. Hij kreeg het gevangenennummer 8494. Moeder Heintje is samen met Evert Johan die dag nog in Amersfoort geweest om haar zoon te bezoeken, maar hij was net die ochtend van 18 april 1944 met 496 andere Nederlandse gevangenen vertrokken naar concentratiekamp Buchenwald .

Aldaar verbleef Hendrik eerst in blok 58 van het zgn. Kleine Kamp en na enkele weken quarantaine werd hij overgeplaatst naar blok 32 of 49 waar veel Nederlanders zaten. Zijn registratienummer was 47583, hij werd bestempeld als politieke gevangene en kreeg een rode driehoek op zijn kleding.

Op 5 juni 1944 werd Hendrik overgebracht naar het subkamp Tröglitz om te werken in een bruinkoolgroeve. Hendrik schreef brieven naar zijn ouders, maar deze zijn helaas niet bewaard gebleven. Het boekje “Nederlanders in Buchenwald” beschrijft “het grote transport van april 1944” waar Hendrik ook onderdeel van uitmaakte en hoe de groep het verging in Buchenwald, een indrukwekkend verhaal.

Op 11 november 1944 keerde Hendrik terug in Buchenwald en twee dagen later werd hij eerst verplaatst naar het nabijgelegen Weimar en kort daarop overgebracht naar Eichenberg bij Kahla. Aldaar werd de ondergrondse vliegtuigfabriek Reimahg gebouwd in de
Walpersberg. Hendrik moest er helpen met de bouw van de fabriek waar later de ME 262 jager gebouwd zou worden. Kahla was een kamp onder SS-bewaking en de behandeling was er slecht.

Hij verbleef in kamp E bij Eichenberg welke op 12 april 1945 werd bevrijd door de Amerikanen. Hendrik maakte dit helaas niet meer mee, hij is er als gevolg van oedeem (en natuurlijk door uitputting en ondervoeding) gestorven op 30 maart 1945 en zal zijn begraven in een massagraf te Kahla. Op de plek waar Hendrik is gestorven, staat nu een monument welke ik in september 2007 bezocht heb. Op het informatiebord wordt zijn naam genoemd als één van de 18 Nederlandse slachtoffers en één van de 43 Nederlandse slachtoffers die afkomstig waren van het transport uit Amersfoort. Hendrik heeft een verschrikkelijke tijd doorgemaakt en heeft vlak voor zijn dood nog gezegd “…dat hij in deze wereld niet meer wilde leven.“

Op 23 juni 1945 plaatste de familie een overlijdensbericht in de krant. Het was toen pas dat de familie werd geïnformeerd over het overlijden van Hendrik Gerrit. Zwaar viel hen dit verlies, zo ook opgeschreven in de advertentie. Het verraad van Hendrik in Laren is ook beschreven in het boek “Klein Nederland – De oorlog in een Gelders dorp” van Jan Braakman.

Erwin Strookappe
www.strookappe.nl