ZUTPHEN/LOCHEM – Oud-Lochemer Paulo Martina wordt per 1 januari directeur van Musea Zutphen. Hij krijgt de leiding over het Stedelijk Museum Zutphen en Museum Henriette Polak. Hij volgt Tiana Wilhelm op die na bijna 15 jaar afscheid neemt. Martina is momenteel directeur van Museum van Bommel van Dam in Venlo.
Agnes Wolbert, voorzitter van Stichting Musea Zutphen, zegt: “De Musea Zutphen hebben een unieke en gewaardeerde plaats tussen de middelgrote musea in Nederland. Met de komst van Paulo Martina wordt die positie behouden en in samenwerking met oude en nieuwe partners verder uitgebouwd.”
Galerie
Paulo Martina werd in 1964 geboren op Curaçao. Op zijn twaalfde kwam hij naar Nederland. Het gezin Marina woonde lang in het voormalige postkantoor aan de Achterstraat in Lochem. Moeder Maria en vader Julio waren grote promotors van Antilliaanse kunst in Nederland. In Lochem runden ze Galerie Horizonte.
Paulo studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en behaalde in 1994 zijn master Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, met de specialisatie Nieuwste Tijd. Martina was ruim negen jaar directeur-bestuurder van Museum Dr8888, dat zich onder zijn leiding ontwikkelde van een Fries streekmuseum naar een nationaal museum voor moderne kunst, met een internationaal bereik.
Activiteiten
Ook was hij de drijvende kracht achter de restauratie van het Van Doesburg-Rinsemahuis in Drachten, wat ertoe leidde dat de museumwoning rijksmonument werd. Daarnaast zette hij zich in voor diverse andere culturele organisaties, evenementen en fondsen, waaronder
Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 en het Fonds voor Cultuurparticipatie.
In 2019 maakte Paulo Martina de overstap naar museum van Bommel van Dam in Venlo waar hij de verbouwing en heropening van het kunstmuseum begeleidde. Het vernieuwde museum oogstte het afgelopen jaar veel lof en werd beloond met diverse prijzen en nominaties, zoals een European Design Award en een Red Dot Design Award voor de nieuwe huisstijl.
Jeugdliefde
Voor Paulo Martina was de vacature in Zutphen echter een kans die hij moest grijpen. De Musea Zutphen vormen namelijk een jeugdliefde. Tegen het Limburgs Dagblad zei hij: “Deze beide musea zijn letterlijk een jeugdliefde. Ik woonde van mijn 14e tot mijn 20e in Lochem en kwam vaak in beide musea. Ik was toen al onder de indruk van de rijke collectie en wil graag een bijdrage leveren aan de koers die daar is ingezet.”
En over zijn motivatie: “Tiana Wilhelm heeft beide musea een stevig fundament gegeven. Graag zou ik de koers die zij heeft ingezet volgen. Er staan hier twee prachtige musea op een unieke locatie die de geschiedenis ademt, wat wil een mens nog meer?”