LOCHEM – De gemeente Lochem krijgt onvermijdelijk te maken met agrariërs die stoppen met hun bedrijf. In het kader van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV). En in de gemeente moet een klein aantal pelsdierhouders gedwongen stoppen. Zij vallen onder de gemeentelijke regeling Functieverandering Agrarische Bebouwing (FAB). Deze heeft aanpassing nodig om maatwerk te kunnen bieden.
De gemeenteraad heeft het aangepaste beleid maandag vastgesteld met 15 tegen 6 stemmen. PvdA, GroenLinks en LochemGroen! stemden tegen. Een wijzigingsvoorstel van PvdA, CDA en LochemGroen! werd verworpen. Dit voorstel was erop gericht om het college te dwingen om volgend najaar nieuw FAB-beleid aan de raad voor te leggen. Volgens wethouder Marja Eggink is dit niet haalbaar. De hoofdlijnen voor nieuw beleid worden vastgelegd in de Omgevingsvisie en die wordt pas medio 2024 gepresenteerd. Dan zou dus slechts een paar maanden resteren om aan de wens van de indieners van het amendement te voldoen.
Duidelijkheid
Een aanpassing van de tekst, waardoor het college tot een jaar na vaststelling van de Omgevingsvisie de tijd zou krijgen voor de uitwerking van het nieuwe FAB-beleid, trok alleen D66 over de streep. Dat was onvoldoende voor een meerderheid. Het amendement werd met 8 tegen 13 stemmen verworpen. Er was één onthouding. De indieners wilden duidelijkheid voor agrariërs scheppen. Dat wil het college ook, maar dan via tijdelijk maatwerk. Hoe dat eruit gaat zien wordt pas eind november duidelijk.
Het huidige beleid voor Functieverandering Agrarische Bebouwing is ruim 7 jaar oud en toe aan herziening. Het biedt in de huidige vorm onvoldoende mogelijkheden voor functieverandering voor agrariërs die stoppen. Daarom worden aanpassingen van het huidige FAB-beleid voorbereid. Functieverandering van agrarische bebouwing raakt aan veel actuele onderwerpen, zoals woningbouw, natuur, milieu en ontwikkelingen rond de agrarische sector.
Nieuwe vormen
De gedwongen stoppende pelsdierhouders en veehouders die gebruik willen maken van de beëindigingsregelingen vragen om nieuwe vormen van functieverandering. Daar is momenteel geen passend beleid voor. Het gaat om zowel zogeheten piekbelasters die onder de LBV+ regeling vallen als om vrijwillig stoppende agrariërs die in aanmerking komen voor andere LBV-regelingen die sinds 1 juli zijn opengesteld. Die laatsten worden door het college aangeduid als ‘spoor 2’. Pelsdierhouders en piekbelasters (spoor 1) hebben prioriteit.
Doel van spoor 2 is om bedrijven van elke grootte van dienst te kunnen zijn. Het tijdelijke beleid moet er mede op gericht zijn om naast ‘wonen’ ook ‘werken’ als mogelijke functieverandering te faciliteren. Tot nu toe wordt nagenoeg in alle gevallen gekozen voor woningbouw. Dat levert de betrokken agrariër financiële middelen op, bijvoorbeeld als oudedagsvoorziening. De afgelopen jaren was veel te doen over FAB-clusters. In dat geval wordt niet gebouwd op het perceel van de stoppende boer, maar worden de bouwrechten van meerdere stoppende bedrijven gebundeld, zodat woningen kunnen worden bouwen in de kernen.