Telling overstekend wild is project van Wageningen University

0
Sporen in het zand (foto: LochemsNieuws)

LOCHEM – De telling van overstekend wild door middel van zandbedden in de berm van de Zutphenseweg is een project van Wageningen University & Research (WUR) en BIJ12, een uitvoeringsorganisatie voor de provincies op het gebied van onder meer natuurbeleid. Toegepassing van deze methode in wegbermen is een primeur.

Lees HIER een eerder artikel over dit project.

Tussen 1 april en 30 september wordt 2 keer per week geteld. Na elke telling worden de zandbedden weer ‘glad gestreken’. De aangetroffen sporen worden genoteerd. De inventarisaties worden gedaan door onderzoekers en studenten van Wageningen Environmental Research en Van Bommel Faunawerk. Lochemers zijn er voor zo ver bekend niet bij betrokken.

Meerdere plekken

De onderzoekers noemen het zelf overigens liever sporenbedden. Deze zijn langs vier verkeerswegen in Gelderland en twee in de provincie Utrecht aangelegd. In Gelderland betreft dit de N346 tussen Lochem en Zutphen de N319 nabij Ruurlo, N315 tussen Zelhem en Ruurlo en de Varsseveldseweg ten oosten van Doetinchem.

De locaties zijn vooral gekozen omdat er relatief veel aanrijdingen met reeën plaatsvinden. Door voor en na het treffen van maatregelen ter vermindering van aanrijdingen te meten wordt hier het duidelijkst zichtbaar of deze maatregelen effect sorteren. Het testen van maatregelen die het aantal aanrijdingen met reeën moeten verminderen is het voornaamste doel van het onderzoek.

Het werkt

De sporen die voor maandag al zichtbaar waren in het zand tellen niet mee. De onderzoekers zijn er overigens wel blij mee, want dat toont aan dat de methode werkt en dat er inderdaad wat te meten valt.

Het gebruik van sporenbedden is niet nieuw. Ze worden regelmatig gebruikt voor het monitoren van bijvoorbeeld ecoducten. Toepassing in de wegberm is wel nieuw voor Nederland: het meten van activiteit van dieren in de wegbermen is nog niet eerder op deze manier onderzocht.