Biogasproject veehouders Laren en Lochem in beslissende fase

0
Foto ter illustratie (eigen foto)
Reading Time: 4 minutes

LAREN/LOCHEM – In de gemeente Lochem wordt al lang gepraat over biogas uit mest of rioolwater, die het gebruik van fossiele brandstoffen door bedrijven kan reduceren of zelfs terugbrengen naar nul. Rond Laren en Lochem werken 14 melkveehouders aan een project dat kansrijk lijkt. Grootste struikelblok is nog de financiering van een leidingstelsel dat het biogas naar de fabrieken van ForFarmers/Reudink en FrieslandCampina in Lochem moet brengen.

Het Larense project is voortgekomen uit projectgroep Aardgasvrij Laren. Via die weg is André Lobbert erbij betrokken geraakt. Zijn motivatie: “Ik ben een boerenzoon. Door de invoering van het melkquotum, in de jaren ’80, kon ik de boerderij van mijn ouders niet overnemen. Daardoor kwam ik in het agrarisch advieswerk terecht. Wat energie betreft zijn zonneparken op agrarische grond mij een doorn in het oog. Die grond is voor veel andere dingen nodig. Windenergie, met grote turbines, ligt maatschappelijk lastig. We moeten op zoek naar betaalbare en maatschappelijk gedragen oplossingen. Biogas kan er daar een van zijn. In tegenstelling tot zon en wind is het altijd beschikbaar en bovendien enigszins regelbaar.”

Kansen

Onderzoek van adviesbureau Witteveen & Bos uit Deventer, in opdracht van Aardgasvrij Laren, leidde in 2021 onder meer tot de conclusie dat in het buitengebied kansen liggen voor boeren via een kleine boerenerfmolen of door biogas. Biogas kan niet alleen fossiele brandstof vervangen maar heeft ook een aantal andere voordelen, zo schetst Lobbert: “Er is geen vervoer nodig van mest of gas en het gaat om compacte modules op boerenerven. De CO2 voetafdruk van boerenbedrijven kan flink worden verkleind en het residue, dat na vergisting van de mest overblijft en dat digestaat wordt genoemd, wordt beter opgenomen door planten. Dat zorgt voor een meer duurzame kringloop met minder uitspoeling. Niet op de laatste plaats vormt biogas een mogelijk nieuw verdienmodel voor de boer waardoor verdere intensivering minder noodzakelijk wordt en het inkomen, zelfs bij een kleine krimp, op peil blijft.”

Door digestaat toe te voegen aan gewassen wordt ongeveer 15 ton kunstmest per jaar bespaard, op een gemiddeld bedrijf in onze regio met 100 koeien. De productie van kunstmest kost enorm veel (aard)gas, namelijk 300 m3 per ton kunstmest. Opgeteld scheelt dit dus 4500 kuub gas per 100 koeien.

Koeienmest bevat methaangas. Methaan is een berucht broeikasgas en via gebruik als biogas is een reductie van 85 tot 95 procent mogelijk. De koeien van de 14 boeren rond Laren en Lochem produceren jaarlijks zo’n 60.000 kuub mest en dat is goed voor ruim 2 miljoen kuub biogas.

Vergunning

Rond Lochem en Laren hebben momenteel zo’n 30 tot 35 boeren een vergunning voor vergistingsinstallatie op hun erf. Ze kunnen daarmee aanspraak maken op een subsidie uit de SDE-pot. Die afkorting staat voor Stimulering Duurzame Energie. Een project van boeren rond Zwiep speelt al langere tijd maar is in de ijskast beland omdat voor de deelnemers onduidelijk is wat de gevolgen voor hun bedrijven zijn door de nabijheid van Natura 2000-gebied Stelkampsveld. Dat maakt investeringen te risicovol. Verder zijn er projecten in Loo-Bathmen en in de gemeenten Hof van Twente en Rijssen-Holten. Het is denkbaar dat, als deze tot uitvoering komen, de leidingstelsels op elkaar aangesloten worden.

De techniek vereist investeringen van individuele boeren. Zo moet de stalvloer dicht gemaakt worden en worden voorzien van een systeem dat de mest naar de vergister schuift. Voor een optimaal rendement moet dit minimaal eens per 3 á 4 uur gebeuren. Verse mest levert het meeste op in en vorm van biogas en ammoniakreductie. Volgens een rapport van de Wageningen Universiteit is een stikstofreductie van 46 procent haalbaar, naast de methaanreductie met 85 tot 95 procent.

Cijfers

De monovergister die nodig is, is inmiddels al een paar jaar gemeengoed en
worden in de ons omliggende landen als België, Duitsland en Denemarken al veel
gebruikt. Er zijn contacten gelegd met producenten in Frankkrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Doel is om het beste systeem uit te zoeken en uiteindelijk aan te kopen.

“Nederland loopt hierin nog flink achter en ik hoop dat we nu een slag
kunnen maken door de veehouderij te verduurzamen en een bijdrage te leveren aan
hernieuwbare energie. Daarnaast ben ik ook betrokken bij een zeer innovatief project dat van biogas via methaan-ontleding (Plasmalyse) waterstof en vaste koolstofpoeder als bijproduct kan produceren”, vertelt Lobbert.

Hij vervolgt: “Waterstof wordt dan met met minder dan 20% van de energie geproduceerd in vergelijk met waterstof via Electrolyse. De koolstof – ook wel carbon black of Biochar genoemd – is een zeer waardevol product om in de landbouw in te zetten om koolstof en water te binden in de bodem en uitspoeling van nutriënten te voorkomen. Ook is het een gewilde grondstof in de inkt- en bandenindustrie en als de fossiele brandstoffen wegvallen,
verdwijnen uit die processen ook deze koolstofpoeder. Deze methaan ontleding zorgt zelfs voor een negatieve CO2-uitstoot van 11 kilo per kilogram waterstof.

André Lobbert benadrukt dat hij graag gebruik maakt van betrouwbare cijfers zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. “We willen liefst mensen overtuigen met een eerlijk en betrouwbaar verhaal. Tegenstanders gebruiken helaas argumenten die niet altijd kloppen”, zo zegt hij. Die tegenstanders noemen vaak het feit dat biogasproductie de grootte van de veestapel in stand houdt. Maar ook dat er veel geïmporteerde soja nodig is voor veevoer. Lobbert zegt dat juist voor rundveevoer maar weinig tot geen soja wordt gebruikt.

Weidegang

“Een ander argument is dat de koeien het hele jaar op stal zouden moeten blijven om de mestopbrengst optimaal te houden. Dat is niet waar. De koeien gaan overdag gewoon naar buiten. Dat levert de boer namelijk een hogere melkprijs op, terwijl de weidegang op jaarbasis maar zo’n 5 tot 10 procent minder mest oplevert.”

Momenteel wordt gewerkt aan de financiering van het prijzige leidingenstelsel dat moet worden aangelegd. André Lobbert heeft goed hoop dat dit gaat lukken en dat in de tweede helft van dit jaar een vergunning kan worden aangevraagd voor het leidingtracé. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde want de leiding moet onder het Twentekanaal door en doorkruist een landgoed. Als alles op rolletjes loopt moet de biogasproductie in 2026 op gang komen. Doel is om de fabriek voor biologisch veevoer van Reudink in Lochem volledig aardgasvrij te maken. Reudink is een onderdeel van ForFarmers. FrieslandCampina wil 10 tot 15 procent van het aardgasgebruik vervangen door biogas. “De vraag is voorlopig nog veel groter dan het aanbod”, aldus André Lobbert.