(Dit interview verscheen eerder in de jubileumkrant van het 80-jarige Openluchttheater Lochem die huis-aan-huis is verspreid in Lochem. De tekst is van LochemsNieuws. We plaatsen het hier zodat ook Normaal-fans buiten Lochem het kunnen lezen. Deze versie is iets langer dan in de krant en bevat (onderaan) een extra anekdote van Bennie Jolink. De foto is van Jorrit van de Kolk van jorpics.com. De krant is een uitgave van Plan Your Event bv. Ontwerrp krant: Mo Middag Grafisch Ontwerp. Tekst: Henri Bruntink.)
HUMMELO/LOCHEM – Bennie Jolink en Lochem. Dat is meer dan de vermaarde optredens met Normaal in het Openluchttheater, dat door de voormalige høkers-voorman bijna liefkozend ‘De Koele’ wordt genoemd. Jolink had al ver voor dat eerste optreden in 1975 iets met de ‘kleine landstad’ van Mr. G. Prop.
De eerste kennismaking met Lochem stamt al uit 1963. Bennie was toen uitgenodigd voor een schoolfeest op de HBS, al weet hij niet meer door wie. ,,Ik weet nog wel wat ik toen dacht: Wát een mooie meiden hebben ze hier!” Om er meteen aan toe te voegen: ,,Niet dat ik enige kans maakte want ik had toen al behoorlijk lang haar.” Dat was in die dagen nog niet bepaald het gangbare modebeeld. Jolink was ook toen al een voorhoedespeler.
In september 1964 ging hij – nog net geen 18 jaar – naar de AKI in Enschede. In het tweede jaar maakte hij kennis met de iets jongere zussen Anne(ke) en Marian(ne) Carlier uit Lochem die daar ook studeerden. Met Anne kreeg hij uiteindelijk een solide relatie en daardoor kwam hij regelmatig in Lochem.
Lees verder onder de foto:
BTS
Tijdens verjaardagen en met Kerst was het thuis bij de grote familie Carlier een drukte van belang. ,,We zaten met wel 20 man aan tafel.” De broers Carlier en Bennie piepten er als het even kon tussenuit om het Lochemse ‘nachtleven’ onveilig te maken. De afkorting BTS zegt oudere Lochemers vermoedelijk nog wel iets. Het was een café – en later discotheek – op de hoek van Walsteeg en Blauwe Torenstraat. Aan die laatste straatnaam ontleende de tent de naam. Maar wel op z’n Engels uitgesproken: Bie Tie Es.
,,Daar leerde ik onder meer de jongens van Kerkemeijer kennen. En later zaten we vaak bij café Scholten. Daar hebben we als Normaal veel later nog de perspresentatie van een nieuwe cd gedaan.’’ Dat was het album ‘Ik Kom Altied Weer Terug’.
,,De familie Carlier was nogal streng katholiek en dan druk ik me voorzichtig uit”, zegt Bennie. ,,Anne en ik wilden gaan samenwonen in Enschede maar dat was uit den boze… Dus zijn we uiteindelijk maar getrouwd. Dat was een puur praktische oplossing”, zo klinkt het met een lach.
Popfestival
Joost Carlier nam 50 jaar geleden het initiatief voor het popfestival, waarvan de eerste overigens ‘Pelgrimage Trip’ heette. Het werd op 23 mei 1968 gehouden in openluchttheater De Zandkuil. Op het programma stonden onder meer Les Baroques, Faghm en David Copperfield Style, met onder meer de in 2017 overleden Appie Daalmeijer.
De eerste jaren had Bennie nog niet veel met de Popmeeting, zoals het later heette, te maken. Hij werkte aan zijn carrière als kunstenaar. Hij studeerde af in 1968 en had toen al opdrachten in Amsterdam. Van juni van dat jaar tot augustus 1969 woorden hij in de hoofdstad. Zelfs daar, waar ze toch al wel wat gewend waren, was Bennie een opvallende verschijning met zijn blitse pakken en lange zwarte haren. Hij zegt: ,,En ik had de meiden van Carlier bij me. Jonge, als ik Anne en Marian elk aan arm had zwaaiden alle deuren voor me open!”
De pret hield op als Bennie zijn mond open deed en zijn Achterhoekse tongval aan het licht kwam. ,,Dan was je ineens die domme boer”, zo zegt hij op een toon alsof het hem nog altijd kwaad maakt. Later in het interview zou hij wat eufemistisch zeggen: ,,Ik kon niet aarden in Amsterdam.” Sterker nog; ondanks zijn successen als beeldend kunstenaar werd hij er flink depressief van. De terugkeer naar het Oosten was onvermijdelijk. Kort na terugkeer in Enschede trouwde Bennie met Anne.
Ferdi Jolij
In Enschede bewoonde hij met onder meer Ferdi Jolij – die ook al aan de AKI had gestudeerd – en diens vrouw een onbewoonbaar verklaarde woning. ,,Daar moesten we overigens wel huur voor betalen”, zegt Bennie. ,,We gingen ons als Achterhoekers in Twente gedragen. Klompen aan en weer plat proaten. Dat deed ik niet meer maar Ferdi vond dat raar. En hij had gelijk. Back to the roots!”
,,Enschede was destijds een nare, grauwe stad die het verval van de textielindustrie nog lang niet te boven was. Wij deden van alles om een beetje geld te verdienen. Lesgeven, de inrichting van een café in de mensa van de TH, maar ook modellen van benen beschilderen voor marktkoopman Panty Paultje. Daarnaast hadden we een soort winkeltje met prullaria.”
De Belastingdienst krijgt lucht van dat laatste en komt langs voor een controle. Bennie: ,,Ze zeiden dat we nooit iets opgaven aan de belasting en dat dat toch echt niet kon. Maar toen ze vroegen wat we eigenlijk zoal verdienden was de conclusie dat we nog recht hadden op een aanvullende uitkering.”
Sociale Dienst
En daar ging Bennie; op naar de Sociale Dienst. ,,Ik kwam daar aan en er stond een enorme rij, die zigzaggend richting loketten voerde. Terwijl ik daar wachtte reed er een dikke Mercedes voor. Daar stapte een louche figuur uit die de hele rij voorbij liep en zich bij een loket meldde.”
Lees verder onder de foto:
,,Voor de kleine opening in de dikke glasplaat begon hij onverstaanbaar te mompelen tegen de ambtenaar daarachter. Die verstond dat natuurlijk niet en boog zich voorover. Nog een keer gemompel en de ambtenaar kwam nog dichterbij. Toen greep de aso de beambte bij de strot en eiste geld. En, het was niet te geloven, ze kwamen de lappen van honderd gulden meteen brengen. Voor mij was dat genoeg ervaring met de Sociale Dienst. Ik ben weer vertrokken.”
Bennie had inmiddels genoeg aanleiding om het stadse leven vaarwel te zeggen. In 1973 keerde hij dan ook terug naar Hummelo. Daar huurde hij het voormalige armenhuis van de Nederlands Hervormde Kerk. Hij woont er nog steeds, al is het flink verbouwd. In de jaren ’90 kocht hij eerst het pand en later ook een deel van de landbouwgrond daar omheen.
Jan Manschot
Op zijn laatste avond in Enschede trof hij in café Bolwerk Jan Manschot, die net de Sociale Academie had afgerond. Ook Jan zou de volgende dag op huis aan gaan, want hij had in Doetinchem een baan gevonden bij het VJV (Vormingswerk Jong Volwassenen).
De volgende ochtend verliet Jan Manschot de stad met zijn bestel-eend. Hij zag Bennie bij een bushalte staan en bood hem een lift aan. Jolink: ,,Jan had nog een flesje wijn en ik een pretsigaret. Zo reden we terug naar de Achterhoek. Op het laatst reden nog maar 10 kilometer per uur. ”
Onderweg vertelde Jan dat hij een drumstel had gekocht. ,,En ik had mijn airbrush – die toen nog gewoon retouchespuit heette – ingeruild voor een gitaar”, aldus Bennie. Dat was het moment waarop de basis gelegd voor Normaal, al was die naam nog lang niet in beeld.
In de eerste bezetting van de band speelden naast Jan en Bennie, gitarist Jan Kolkman en bassist Willem van Dijk. In december 1974 speelde de band voor het eerst onder de naam Normaal op een AKI-feest in Enschede.
Bennie was in 1973 al als action-painter betrokken bij de Popmeeting in Lochem en ontwierp ook de vermaarde posters voor het festival. Hij vertelt: ,,Action-painting was later helemaal in maar ik deed dat jaren eerder dus al. Ik beschilderde een naakte vrouw en liet haar over een groot vel papier rollen.” In 1974 en 1975 was hij bovendien de presentator van de Popmeeting.
Lees verder onder de foto:
Normaal
,,Ik vertelde Joost dat ik zelf een band was begonnen en vroeg hem of ik daarmee mocht optreden tijdens de editie van 1975. Je weet hoe Joost praat, met het hoofd naar beneden en binnensmonds, maar hij zei: ‘Ja doe maar… ‘s morgens om negen uur.’ Gewoonlijk plachten alleen de leden van boerenkapel De Hooiplukkers zo vroeg op te staan.
Er ging een aantal try-outs aan vooraf, waaronder eentje in jongerencentrum Pinokkio in Haaksbergen, waar Lochemer Peter Mense de scepter zwaaide. En toen kwam onvermijdelijk Hemelvaartsdag 1975. Het was op 8 mei en omdat dauwtrappen destijds nog erg populair was onder jongeren, was het theater om 9 uur al lekker gevuld.
Het verhaal van dat eerste optreden is bekend. Bij het inzetten van de tekst van de ‘Drieteri-je Blues’ ging er een schokgolf door het publiek. Rockmuziek en dialect, dat was nieuw. Bennie wist op datzelfde moment: ‘Dit moeten we blijven doen.’ ,,Het was een echt eureka-moment”, zegt hij nu. Daarmee was het genre ‘boerenrock’ geboren.
Willem Terhorst
Bennie: ,,Joost stond met de rug naar de band. Hij zei altijd dat hij geen verstand had van muziek maar dat hij wilde zien hoe het publiek reageerde. Hij was een echte manager. Ook hij zei dat we die Engelse nummers meteen moesten vergeten en verder moesten gaan in ‘t dialect. En Willem (Terhorst – red.) stond toen nog in het publiek en hij vroeg zich af ‘wat is dít?!’ Een paar weken later was hij onze bassist.”
Het optreden in de Lochemse Koele was nog wekenlang het gesprek van de dag. De band snapte dat ze daar gebruik van moesten maken en ze gingen fanatiek aan de slag. ,,We maakten affiches en gingen daarmee zaalhouders langs. We boden aan om gratis op te treden op voorwaarde dat, als het goed ging, we later nog eens mochten komen tegen dubbele gage. Dat was toen trouwens maar zo’n 800 gulden. We wisten toch wel dat het dak er af zou gaan en dat we dus nog een keer zouden mogen spelen”, zegt hij schaterlachend.
Het succes bleef aanhouden. Zelfs buiten de regio sloeg het aan. Zeker nadat ‘Oerend Hard’ in 1977 een dikke hit werd. Bennie: ,,Behalve de eigenwieze Randstedeling kan iedereen in het land die een beetje moeite doet een ietwat andere tongval wel volgen. En, ik wilde altijd de teksten afgedrukt hebben op de hoezen, zodat mensen konden meelezen. En niet te moeilijk opschrijven ook. Volgens de Achterhoekse taalkundigen is een kerel een ‘keal’. Onzin: ik schrijf altijd gewoon ‘keerl’, zoals het klinkt.’’
Managers
Met het succes en het geld kwamen ook de problemen. Joost Carlier wilde na een zakelijk verschil van inzicht het management overdragen aan Anton Froeling, die naar buiten trad als Mick. ,,Hij loog zelfs over z’n naam”, zegt Bennie, daarmee aangevend dat het een moeizame relatie zou worden. Dat gold ook voor opvolger Martin Jansen. ,,Verschrikkelijk mee gelachen maar ook hij loog alles aan elkaar”, zo is de kwalificatie van Jolink.
Over Joost Carlier overigens geen kwaad woord. ,,Achteraf had ik pas door dat we hem destijds gewoon niet goed begrepen. Joost wilde een supertent kopen en daarmee dan op tournee gaan. We moesten naar de bank om een lening af te sluiten van een ton. Man, ik had toen zelfs nog nooit 10.000 gulden bij elkaar gezien. We waren daar niet aan toe.” In die periode liep ook Bennie’s huwelijk spaak zodat je gerust kunt stellen dat er sprake was van een dip.
Lees verder onder de video:
Deze video is gemaakt door Omroep Gelderland bij de 25-ste verjaardag van Normaal en bevat veel elementen die ook in het interview terugkeren.
Omdat de rest van de historie van Normaal publiek geheim is en dit verhaal veel te lang driegt te worden, beperken we ons tot de belangrijkste en vooral Lochemse feiten.
Lochemers
In de jaren ’90 was Bennie het gedoe met managers en ruzie met bandleden helemaal zat. Hij gooide het bijltje erbij neer. Het waren in 1997 de Lochemers Dick van Berkum en (opnieuw) Joost Carlier die hem overhaalden weer te gaan optreden. ,,Ik stemde toe op voorwaarde dat ik geen gezeik meer zou hebben met slechte geluidsinstallaties en slechte technici en vooral dat het financieel goed geregeld zou worden.” Voor dat laatste zorgde de accountant Dick van Berkum. ,,Sinds hij de financiële zaken onder zijn hoede heeft ben ik pas wat gaan verdienen. Ik ben Dick daar zeer dankbaar voor.”
Joost Carlier kon met de band zijn oude plan met de supertent realiseren en er brak een nieuwe succesvolle periode aan. In de genoemde tent en op andere podia, maar ook in het theater. In 2004 kwam ook het Openluchttheater weer in beeld. Normaal speelde op de tweede editie van het Windstreken Festival.
Hemelvaart
De fans van het eerste uur vonden het prachtig, ook al was het niet op Hemelvaartsdag. Maar ook dat kwam in de jaren daarna goed. De Koele werd weer vaste prik. ,,Het veult altied as thuuskommen”, aldus Bennie Jolink, die eraan toevoegt dat het spelen in de open lucht letterlijk een verademing is als je ernstige problemen met je luchtwegen hebt. Momenteel gaat het door een nieuw medicijn overigens erg goed met hem.
Andere belangrijke wapenfeiten van Normaal in Lochem zijn de grote tentoptredens op een terrein langs het Twentekanaal toen de band 25 en 30 jaar bestond. En natuurlijk het concert voor 12.000 fans ion Ampsen, tijdens de afscheidstour in 2015.
Anekdote: Bennie Jolink over Ivan Heylen
In 1973, toen Normaal nog niet bestond, was Bennie Jolink al als action-painter actief tijdens de Popmeeting. Hij was destijds bovendien de zwager van organisator Joost Carlier. De laatste vroeg Bennie of hij de Belgische troubadour Ivan Heylen wilde opvangen als die zou arriveren. De Vlaming, die toen net de hit ‘De Wilde Boerendochter’ op zijn naam had geschreven, reisde met het openbaar vervoer en kwam (dus?) te laat.
Heylen was daardoor zelf aardig in paniek maar Bennie stelde hem gerust dat alles goed zou komen en dat hij nog gewoon zou kunnen optreden. Bennie: ,,Hij had maar drie nummers op zijn repertoire en die speelde hij gewoon drie keer.’’
,,Ik nam hem mee naar de blokhut en bestelde bij Ans Kerkemeijer, die daar achter de bar stond, twee biertjes. Toen ze het biertje voor Ivan Heylen neerzette zei ze: ‘Dat is dan één-vijftig’ Waarop ik snel uitlegde dat Ivan bij de artiesten hoorde. En Ans: ‘Dat kan ik toch niet ruuk’n.’ Ivan bedacht zich geen moment en zei: ‘Nochtans stienkt d’n artist naar geld en ambities!’. Bennie spreekt het uit met een onvervalst Vlaams accent.