Onduidelijkheid over aantal nieuwe sociale woningen

0
Afbeelding ter illustratie (bron: freepik.com)

LOCHEM/GORSSEL – Er bestaat onduidelijkheid over het aantal nieuwe sociale huurwoningen dat de komende jaren in de gemeente moet worden gebouwd. De politiek wil daar meer duidelijkheid over, zo bleek maandagavond. Met woningcorporaties zijn 260 woningen afgesproken. Plannen voor 65 wooneenheden aan de Zuiderbleek zijn tot nu toe het meest concreet. Dan resteren nog 195 nieuwe sociale huurwoningen.

De afspraken tussen de gemeente en de woningcorporaties stonden maandag op de agenda. De partijen bevroegen wethouder Marja Eggink hierover. Het accent lag op het aantal woningen dat gebouwd moet worden. De PvdA wees erop de minister De Jonge (volkshuisvesting) streeft naar 30 procent sociale huur. Dat zou in Lochem neerkomen op 390 woningen. De vraag is waarom dit in de afspraken is uitgekomen op 260, wat neerkomt op goed 20 procent.

Reëel aantal

Volgens de wethouder is dat percentage reëel voor de gemeente, gezien de vraag naar soorten woningen. De PvdA wees op de onttrekking van sociale huurwoningen in Gorssel (Bloemenkamp) en Eefde (Beekweide). Daarbij gaat het om in totaal 80 woningen. Eggink wees erop dat met de eigenaar van de woningen in Eefde is afgesproken dat de betrokken woningen voorlopig qua huur nog in de categorie sociale huur blijven vallen.

Eerder nam de gemeenteraad een motie aan waarin het college werd opgedragen om het verlies aan sociale huurwoningen in Gorssel en Eefde elders te compenseren. Onduidelijk is nu of deze compensatie bovenop de genoemde 260 nieuwe woningen komt of dat dit al in dat getal is meegenomen.

Spoedzoekers

Onduidelijkheid is er ook over de huisvesting van zogeheten spoedzoekers, waaronder statushouders. Het gaat om 100 wooneenheden. Spoedzoekers moeten deels worden gehuisvest in reguliere woningen, maar gezien het aantal wordt ook nagedacht over tijdelijke wooneenheden. Die zijn procedureel makkelijker – en dus sneller – te realiseren en kunnen maximaal 10 jaar blijven staan.

Afgesproken is dat de raadsfracties nog een schriftelijke reactie van het college krijgen, waarin alle cijfers nog eens op een rijtje worden gezet. Daar wordt op 13 maart verder over gepraat. Vermoedelijk in april volgt een volgende ‘woonmonitor’ met periodieke cijfers. De wethouder zegde toe dat hierin niet alleen wordt teruggeblikt, maar ook naar de nabije toekomst wordt gekeken. Concrete bouwplannen kunnen daarin worden benoemd. Nieuwbouw op uitbreidingslocaties laat nog zeker 3 tot 4 jaar op zich wachten, maar op inbreidingslocaties en op plekken waar transformatie van panden naar woningen mogelijk is, kan het sneller.