Maar als het muntje de andere kan opvalt kan er iets moois ontstaan dat wél navolging verdient. “Stel dat er een plan ontstaat waardoor er via slimme combinaties meer energie wordt opgewekt dan slechts voor eigen gebruik. En dat we via een business case ook nog geld genereren waarmee het landschap kan worden versterkt. Dat zou een mooi resultaat zijn”, aldus Tekelenburg.
Burgers betrekken
Hij gaat terug naar het ontstaan van LochemEnergie (950 leden), nu 10 jaar geleden. Toen kwam toenmalig wethouder Thijs de la Court in contact met een commerciële partij over de eerste zonneparkplannen. De la Court wilde dat de burgers van Lochem betrokken zouden worden bij dergelijke plannen en een stem in het geheel zouden krijgen.
Dat werd een van de belangrijkste doelstellingen van LochemEnergie: de coöperatieve gedachte waarbij de betrokken inwoners voor minimaal 50 procent meedeelden, in zowel investering als de opbrengt. LochemEnergie wilde de intermediair tussen burgers, gemeente en bedrijfsleven zijn. En dat is nog altijd het uitgangspunt. De rol in het Larense Broek past de organisatie dus wel.
Investeringen
“Intussen heeft LochemEnergie zo’n 1,2 miljoen euro geïnvesteerd in zonnepanelen, op daken van bedrijven, het gemeentehuis en van huurwoningen van IJsseldal Wonen. Maar ook in kleine zonneparkjes. En we hebben velen geïnspireerd om ook te investeren”, zo legt Tekelenburg uit.
Het beleid van de gemeente Lochem van de afgelopen jaren noemt hij ‘minder slim’. Een aantal grote zonneparken zijn puur commerciële projecten geworden en daarmee ver verwijderd van de participatiegedachte. “Zo’n bedrijf klopte aan bij de gemeente. De gemeente verwees het bedrijf naar ons voor overleg. Wij ventileerden onze gedachten en de ondernemer ging terug naar de gemeente met een mededeling in de trant van ‘LochemEnergie wil niet’. Dan gaf de gemeente een vergunning, maar volgens ons wat het overleg nog niet afgerond. En we zijn nog steeds in gesprek, maar het zonnepark ligt er al.”
Balans zon en wind
Door de focus op zonneparken is de balans tussen zon en wind zoek. Tonnie Tekelenburg zegt: “Dat is zorgelijk met het oog op wat de doelstelling voor de gemeente en de regio is. Alleen maar zon betekent dat we zijn aangewezen op opslag en dat is met de huidige stand der techniek nog lastig en duur. De combinatie met wind is belangrijk. De zon schijnt overdag, de wind waait ook ‘s nachts. De zon schijnt vooral in de zomer en in de winter is er juist meer wind.”
Maar juist die windturbines stuiten op verzet. Niet-in-mijn-achtertuin is de reflex bij velen. Tekelenburg kan de overlast van windmolens voor een groot deel nuanceren maar moet bekennen dat ze zichtbaar zullen zijn in het landschap. “Sommige mensen, en vooral ook kinderen, vinden ze machtig. Maar andere vinden het verschrikkelijk.”
Overlast turbines
Er wordt veel geschreven en gezegd over geluid en slagschaduw. Geluidsoverlast moet worden ondervangen door de molens op minimaal vier- tot vijfhonderd meter van de dichtstbijzijnde woning te bouwen. Dat maakt het in de gemeente Lochem overigens al lastig genoeg om locaties te vinden. Tekelenburg gaat dan ook niet uit van veel windmolens bij elkaar, maar eerder van twee of drie, al dan niet op één locatie. Daarnaast denkt hij aan nog zo’n 25 hectare aan grotere zonneparken van of met LochemEnergie. Verder moet het ook met kleinschalige wind en zon projecten en met vooral heel veel zon-op-dak.
Slagschaduw
Over de slagschaduw hoeft volgens hem niemand zich grote zorgen te maken. “Dat effect kan nooit langer dan een paar minuten per dag optreden in woningen in de buurt. De bewoners moeten een telefoonnummer van de eigenaar hebben en bellen als ze last ondervinden. Dan moet de turbine gewoon tijdelijk worden stilgezet”, zo klinkt het. Hij wijst erop dat het verzet tegen de grote turbines langs de A1 bij Deventer vooral groot was tijdens de planprocedure. “Nu horen we nauwelijks nog klachten.”
De gemeente Lochem werkt met zes andere gemeenten en twee waterschappen aan de Regionale Energie Strategie (RES). Nederland is opgedeeld in 30 regio’s die van Den Haag allemaal een ‘bod’ moeten doen waarin ze aangeven hoeveel duurzame energie men denkt op te wekken. Samen moet zo een aanzienlijk deel van de energie- en klimaatdoelen worden bereikt. Tot 2030 is het doel 0,78 TWh (terawattuur) grondgebonden zonne-energie en 0,45 TWh windenergie. In jaren daarna moet dit bijna verdubbelen.
Concept-RES
LochemEnergie heeft samen met de andere energiecoöperaties in de regio commentaar geleverd op de concept-RES. Daarbij draaide het om drie dingen. Ten eerste werd de genoemde balans tussen zon en wind als ongunstig beoordeeld. Daarnaast zou bij alle nieuwe projecten sprake moeten zijn van 50 procent lokaal eigendom en zeggenschap. En ten slotte wordt het bod dat de regio doet als ‘redelijk’ ingeschat, maar te weinig concreet.
“Het blijft onduidelijk wáár windprojecten mogelijk zijn. Men schuift het antwoord op die vraag voor zich uit”, aldus Tonnie Tekelenburg. Hij benadrukt dat LochemEnergie zich niet bemoeit met locaties. “Dat moet de gemeente bepalen. Als duidelijk is waar nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden dan proberen we dat te begeleiden en mee te doen. En als de gemeente tot de conclusie komt dat er niets kan, dan zullen we daar ongetwijfeld tegen ageren.”
Windlocaties
Er gaan steeds meer strepen door gebieden in de regio waar werd gezocht naar locaties voor windenergie. Rond de Veluwe, in Voorst en in Zutphen is dit al gebeurd. Dat maakt de duurzaamheidsopgave van andere gebieden alleen maar groter. Want, zoveel is duidelijk: het buitengebied moet de kernen van duurzame energie voorzien.
Kernenergie
Er gaan regelmatig stemmen op die opteren voor kernenergie omdat dit nagenoeg CO2 -neutraal is. Een veelgehoord argument is dan dat het maar tijdelijk is. Tekelenburg zet hiertegenover dat windmolens en zonneparken ook maar tijdelijk zijn. “Daarmee moeten we onze doelen in 2050 halen. Dan ruimen we die troep weer op want dan zijn er ongetwijfeld nieuwe technieken. De ontwikkelingen gaan razendsnel.”
En hij vervolgt: “In een bijpraatsessie voor leden van LochemEnergie over de ontwikkelingen van nieuwe kerncentrales kregen we te horen dat het zo lang duurt dat we al te laat zijn. Dat lukt haast niet meer voor 2050. We moeten eerst de techniek daarvoor weer in de vingers krijgen en dan is het nog maar de vraag of het betaalbaar is. En het is zo duur dat het alleen uit kan als de overheid garandeert dat het voorrang wil geven aan de afname van stroom uit die centrales.”
Lokale bijdrage
Dat laatste gaat ten koste van de duurzame ontwikkelingen. Schrale troost: Kerncentrales zullen niet snel in onze contreien verrijzen omdat hier onvoldoende koelwater voorhanden is. Dus blijft de vraag overeind wat kunnen we zelf wel lokaal bijdragen aan de energietransitie?
Lees ook:
– Larense Broek wil grootscheepse energieplannen voor zijn met buurtstrategie
– Exel: Geen windmoles, wel solidair in duurzaamheidsrace