Jan Ottink is nu Ridder in de Orde van Oranje-Nassau [video]

0
Jan Ottink (foto: LochemsNieuws)

LOCHEM – De Lochemse dialectzanger en componist/tekstdichter Jan Ottink mag zich sinds zaterdagavond Ridder in de Orde van Oranje-Nassau noemen. Na de voorstelling van de Jan Ottink Band in de schouwburg sprak burgemeester Sebastiaan van ‘t Erve hem via een videoboodschap toe. De bijbehorende versierselen bleken in bezit van de lijfelijk aanwezige oud-minister Henk Kamp. Ottink’s partner Erna Bennink spelde deze vervolgens op, zodat de coronaregels in acht konden worden genomen.

[update/video] Bekijk hier onder een video van het hele concert van de Jan Ottink Band in de Schouwburg Lochem van zaterdag 10 oktober. Aan het eind (vanaf 1:31:00) is ook de huldiging van Jan Ottink te zien…

lees verder onder de video…

Jan Ottink (65) is sinds de vroege jaren ’90 bekend van de Jan Ottink Band, Jan Ottink & De Hemel en het duo HáDieJan dat hij vormde met Dianne Marsman. Daarvoor was de in Rietmolen geboren muzikant al actief met onder meer zijn Engelstalige band Link. In totaal is hij al zo’n 45 jaar actief als componist, tekstdichter en multi-instrumentalist.

Negen albums

Hij schreef honderden liedjes en bracht tot nu toe 9 albums uit. Het aantal optredens dat hij solo, als duo en met zijn band verzorgde is niet meer te tellen. De laatste jaren concentreert Ottink zich met name op muziektheatervoorstellingen. Op dit moment heeft hij hiervoor vijf muzikanten om zich heen verzameld.

Burgemeester Van ‘t Erve wees er verder op dat Jan Ottink zich jarenlang op sociaal en cultureel gebied inspande en met name voor het overdragen en levend houden van het
Nedersaksisch. “De teksten van Jan Ottink zijn inhoudelijk sterk en gaan vaak over maatschappelijke onderwerpen. Denk aan acceptatie van vreemdelingen, omgaan met sociaal kwetsbare mensen en bewustwording van de klimaatverandering”, zo zei hij.

Over de grens

De belangstelling voor zijn muziek reikte tot over de oostgrens. Het Nedersaksisch wordt aan beide kanten van de Duits-Nederlandse grens gesproken en verstaan. “Dat vergemakkelijkte de relatie tussen Duitse en Nederlandse gemeenten en maatschappelijke organisaties in het Euregiogebied”, aldus de burgemeester.

Jan Ottink schreef het lijflied voor het Oost-Gelders Streektaaldictee en hij werkte mee aan het streektaal-muziekproject ‘Plat Gespöld’. In 2016 ontving hij de Gelderse Klei-roze voor het beste streektaallied van dat jaar. Dat was het nummer ‘Maak Mie Wakker’ van het gelijknamige album.

Jongerenwerker

In Lochem was hij betrokken bij de Stichting Popcollectief Lochem en werkte hij mee aan twee groots opgezette seizoenopeningen van de schouwburg, genaamd ‘Het Grote Gebeuren’ en ‘Het Vooruitzicht’.

In zijn toespraak ging de burgemeester verder in op de carrière van Jan Ottink als jongerenwerker. Hij werkte voor Stichting De Garve en opvolger Stichting Carion. Ook was hij enige jaren actief als jongerenwerker in Hengelo (O). In Lochem zette hij het netwerk ‘t Pluspunt op waar veel betrokken instanties samenwerkten aan de hulpverlening aan jongeren. Hieruit ontstond een soortgelijk netwerk voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Ottink was verder actief als adviseur jongerenbeleid voor de Gelderse welzijnsorganisatie Spectrum. Sinds een paar jaar werkt hij als ZZP’er.

Het Kapittel voor de Civiele Orden kwalificeert Jan Ottink als ‘iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving inspande of anderen stimuleerde. De heer Ottink is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.’

Henk Kamp

Het initiatief voor de onderscheiding is van oud-minister en oud-wethouder van Borculo Henk Kamp. Hij is al jaren een liefhebber van de muziek van Jan Ottink en hij was het ook die het in 1998 als Kamerlid voor elkaar kreeg dat het Nedersaksisch erkenning kreeg en onder het Europees handvest voor regionale en minderheidstalen ging vallen.

Kamp wist een aantal ondersteuners voor zijn aanvraag voor de onderscheiding achter zich te verzamelen, waaronder een Gelders gedeputeerde, twee oud-werkgevers van Ottink en de directeur van het Gelders Erfgoedcentrum. De directie en medewerkers van de Schouwburg Lochem en zijn eigen band en crew zorgden ervoor dat Ottink vooraf geen idee had van wat hem te wachten stond.