Burgemeester doet aangifte van schending geheimhoudingsplicht

0
Burgemeester Sebastiaan van 't Erve

LOCHEM – Burgemeester Sebastiaan van ‘t Erve heeft donderdag aangifte gedaan van schending van de geheimhoudingsplicht rond het dosier brandweerkazerne Almen. Formeel is dit een strafbaar feit en dus moet het Openbaar Ministerie beoordelen of daar gevolgen aan verbonden moeten worden. De kwestie is ook gemeld bij de Commissaris van de Koning.

Niet actueel

In een nieuw memo aan de raad schrijft het college dat het de gemaakte fout zo snel mogelijk wil herstellen. B&W stellen de raad voor om de geheimhouding op te heffen in de raadsvergadering van aanstaande maandag. De locaties die in 2017 – toen de geheimhouding werd ingesteld – in beeld waren zijn niet meer relevant. En ook de financiële situatie van destijds is niet meer actueel.

Door de geheimhouding op te heffen kan vrijuit en in de openbaarheid worden gepraat over de kwestie, zo stelt het college.

Geen schade

De gemaakte fouten hebben er niet toe geleid dat informatie naar buiten is gekomen waarmee het belang van de gemeente wordt geschaad, zo concluderen B&W. ‘Het is nooit onze bedoeling geweest de raad bewust in zijn bevoegdheid te passeren’, zo is te lezen in de memo.

Waarschuwing

In Lochem is precies gebeurd waarvoor in een circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit 2016 werd gewaarschuwd. Geheimhouding is na verloop van tijd vaak minder zinvol en kan zelfs over het hoofd worden gezien als er meer tijd verstrijkt. Dat laatste lijkt in Lochem te zijn gebeurd.

Opgelegde geheimhouding blijft bestaan tot deze formeel wordt opgeheven door het bestuursorgaan dat het instelde. In de circulaire van het ministerie staat dan ook een aanbeveling om geheimhoudingen op een lijst te plaatsen en deze periodiek (in een besloten vergadering) te toetsen. Het is aan de raad zelf om daar een passende werkwijze voor te vinden.

Letterlijke tekst uit de circulaire van het ministerie:

De geheimhouding rust op de stukken zolang zij niet wordt opgeheven. Het is niet altijd nodig dat de geheimhouding blijft voortduren. Dit kan gebeuren doordat stukken minder prioriteit krijgen na verloop van tijd. Het is daarom raadzaam dat het bestuursorgaan dat de geheimhouding oplegt een lijst bijhoudt met stukken die (nog) geheim zijn. In een besloten vergadering kan dan periodiek getoetst worden of geheimhouding nog steeds noodzakelijk is. Het is aan gemeenten zelf om hier een voor de lokale situatie passende werkwijze voor te vinden.