Binnenstad Lochem: Fiets ‘m erin of juist niet? [column]

2
Drukte in de Molenstraat tijdens de eerste Landstad Lochem Fair op 26 mei 2019 foto: LochemsNieuws)

(door Henri Bruntink  |  LochemNieuws)
Met enige regelmaat hoor ik Lochemers en bezoekers klagen over fietsers in de binnenstad. Soms vang je in het voorbijgaan gemopper op, maar soms ook word ik aangeklampt door mensen die willen dat ik ‘er iets aan doe’. En rap een beetje! Dat laatste zeggen ze natuurlijk niet zo, maar zo klinkt het wel.

Ondergetekende kan erover meepraten want woonde de afgelopen vijf jaar in de binnenstad en sinds kort er net (125 meter) buiten. De Molenstraat is en blijft ‘mijn poort’ naar het centrum. Ik heb ervaring als voetganger én als fietser, dus ik schrijf met enig gezag.

Voetgangers

Ik ben ooit al eens zelf aangereden door een fietser. Dat liep voor de fietser overigens slechter af dan voor mij. En als fietser moet ook ik wel eens vol in de remmen voor voetgangers die plotseling van richting veranderen. Daar kun je je druk maken maar er is een hele mooie Achterhoekse uitdrukking voor: ‘Joa, dat doot ze!’

Het is veel mensen eigen om, als hen iets niet aanstaat, te roepen dat het verboden moet worden. Zelf ben ik erg tegen dingen verbieden. We hebben al zoveel regeltjes en zelfs onder de zelfbenoemde ‘anti-regeltjes-partij’, de VVD, neemt het aantal regels (landelijk) alleen maar toe. En bij verbieden wordt de welwillende meerderheid bijna altijd het slachtoffer van een klein aantal horken.

Rigoureus

Sommige Lochemers die mij benaderden over fietsen in de binnenstad zijn heel rigoureus. “Het zou verboden moeten worden!”, klinkt het dan. Alleen gaan ze liever niet zelf op de barricade. Nee, liefst willen ze mij linea recta naar de B&W-kamer in het gemeentehuis katapulteren om daar eens flink op tafel te slaan. Ik roep dan altijd iets van: ‘Ik ben geen ombudsman!’. Of: ‘Ik kan zo’n onderwerp niet plompverloren aan de orde stellen aan de Hanzeweg. Daar heb ik een kapstok voor nodig.’

Die kapstok komt er binnenkort, als de gemeente met de herinrichting van de binnenstad aan de slag gaat. Dan mag de vraag gesteld worden: Wat doen we met de fietsers? De straten in de binnenstad – en met name de Molenstraat – zijn smal en soms (gelukkig) ook lekker druk en met name dan botsen voetgangers en fietsen. Soms letterlijk maar vooral ook figuurlijk.

Gedrag

Omdat ik zelf zowel voetganger als fietser ben en dat graag wil blijven, hoop ik dat we inzetten op gedragsverandering. En die moet wat mij betreft van de fietsende medemens komen. Dus: langzaam fietsen en oog hebben voor voetgangers. Mensen die te voet onderweg zijn in een winkelstraat veranderen nu eenmaal regelmatig van richting. Ze zien iets in een etalage of ze willen een winkel binnenlopen. Again: ‘Joa, dat door ze!’

De fietser moet zich naar mijn smaak als een gast gedragen in de binnenstad. De voetganger is de baas en moet ruim baan krijgen. Dus als je ze, al fietsend, van achteren nadert: vaart minderen en ogen open! En als er kinderen bij zijn moeten alle voelsprieten uit. En…, tegen de krasse knarren op hun e-bikes: Zet die trapondersteuning uit!

Fietsen stimuleren

Een verbod op fietsen is niet alleen niet fijn voor fietsers, maar bovendien wéér een regel om te handhaven. Fietsen is op zichzelf een prima vorm van vervoer, ook als je even een boodschap moet doen. Dat moet je niet ontmoedigen maar juist stimuleren.

Hoe gaan we de gedragsverandering afdwingen? Borden aan het begin van de centrumstraten waarop de fietser te kennen wordt gegeven dat hij/zij te gast is? Dit hebben goedwillende ondernemers al eens geprobeerd met provisorische borden. Goeddeels mislukt. En het is wel wéér een bord in het woud dat er vaak al staat. Een gekleurde fietsstrook in het midden van de weg dan? Misschien nodigt dat dan juist uit om hard door te trappen. en de straten zijn nogal smal en staan vol winkelnering van ondernemers. Dat laatste

Tijdelijk fietsverbod

Een ondernemer, die zelf actief is in de binnenstad, kwam met het idee om fietsen alleen in de drukste maanden van het jaar en gedurende delen van de dag te verbieden. Is een optie. Maar wat je ook doet, het valt of staat bij handhaving. Met name kort na invoering van de regel. En juist handhaving is vaak een probleem. De politie leent zich nog zelden voor dit soort taken en BOA’s inzetten kost geld.

Nog een dingetje: De straten in de binnenstad staan vol met winkelnering van ondernemers. Dat straalt wel iets uit maar het maakt de straat ook nóg smaller. Dat is dus ook iets om bij de discussie te betrekken.

Meepraten

Er komt binnenkort een mogelijkheid om de mening te geven over wat er in de binnenstad moet gebeuren. Dan komt onder meer de vraag op tafel: Fiets ‘m d’r in! Of niet? Uitgelezen kans voor iedereen met ideeën. Ik ben blij dat ik dergelijk vraagstukken niet hoef op te lossen. Daar zijn college en gemeenteraad voor. Die moeten uiteindelijk met oplossingen komen. Hopelijk geldt ook hier: ‘Joa, dat doot ze!’

Meer over de plannen met de binnenstad op de website van de gemeente: KLIK HIER.

 

 

 

 

 

2 REACTIES

  1. Zeer hinderlijk fietsers in de Molenstraat. Waarom zou in Lochem niet kunnen wat in veel steden wel kan: een straat alleen toegang voor wandelaars. Heel gezellig en geen overlast van bellende fietsers.

  2. Er is maar één straat in Lochem waar de combinatie van fietsers en wandelaars soms tot irritaties leidt, dat is de Molenstraat. Walderstraat, Smeestraat, Bierstraat . . . geen probleem.|
    De Molenstraat is drukker, er staan meer spullen van de neringdoenden op straat en, nou komt ie, de straat maakt ook nog deel uit van de fietsknooppuntenroute van de ANWB van knooppunt 13 naar 15 v.v.
    En, Henk S., ik hoor nooit bellende fietsers.
    (Overigens: ik fiets altijd in de Molenstraat en heb daar zelden problemen. Heel voorzichtig zijn en niet boos worden als een of andere tourist vindt dat je moet lopen, omdat ie de borden niet echt bekeken heeft.)

Comments are closed.